Een van de Nederlandse geodetische erfgoedmonumenten is de Huddesteen in de Eenhoornsluis in Amsterdam (kruising Haarlemmerdijk en Korte Prinsengracht). Daarmee werd in 1684 het 0-punt voor Amsterdamse stadspeil vastgelegd, 9 voet en 5 duim (2,68 m) onder de groef. Het AP werd door de waterpassingen van Krayenhoff in het begin van de 19e eeuw over Nederland verspreid.

Tot voor kort was dit een monument voor de fijnproevers: je moet weten dat de steen er is en een bootje of verrekijker hebben om de steen goed te kunnen bekijken. Gelukkig heeft de gemeente Amsterdam recent een informatiebord bij de Eenhoornsluis geplaatst. Daarmee wordt de aandacht op de steen gevestigd en de geschiedenis aan passanten uitgelegd. Er staat wel nog een ‘pijlmerk’ in de tekst en het onderscheid AP/NAP mag wat scherper.
In het boekje van Petra van Dam (ook voorzitter Raad van Advies van DHC) over het NAP legt zij een directe relatie tussen de invoering van het Amsterdamse Peil en het rampjaar 1672. De waterlinies rond Amsterdam werden toen in werking gesteld en de toen doorgestoken dijken waren in 1675 onvoldoende hersteld om de toen opstekende storm te weerstaan. Dat had grote overstromingen tot gevolg. Johannes Hudde, destijds burgemeester, nam toen het initiatief de waterhuishouding op orde te brengen. Hij besefte dat een universeel 0-punt daarvoor van belang was. Door een jaar lang de hoogte van de vloed te meten en het gemiddelde te berekenen, werd dat 0-punt bepaald. In 1684 werd het formeel vastgesteld.
Het is mooi dat door het bord de Huddesteen uit de anonimiteit is gehaald en een interessant stukje geodetische/waterstaatkundige geschiedenis is ontsloten.
Literatuur: Petra van Dam (2018): Van Amsterdams Peil naar Europees Referentievlak
Foto: Gerda Allersma